De bewindvoerders doen dadelijk zowel van de in het vorige artikel bedoelde beschikking als van de nederlegging ter griffie van het ontwerp van akkoord – tenzij deze reeds ingevolge artikel 207 is bekend gemaakt – aankondiging in het Gouvernements-Advertentieblad en, wanneer zulks bij de beschikking waarbij de voorlopige surséance werd verleend bevolen is, mede in de Surinaamse Staatscourant.
Zij geven tevens van een en ander bij brieven kennis aan alle bekende schuldeisers. Daarbij wordt op het bepaalde bij artikel 246, tweede lid, gewezen.
De schuldeisers kunnen verschijnen in persoon of bij schriftelijk gemachtigde. De volmacht is vrij van zegel.
De bewindvoerders kunnen vorderen, dat de schuldenaar hun een door hen te bepalen bedrag ter bestrijding van de kosten dezer aankondigingen en kennisgevingen vooraf ter hand stelt.
De indiening der schuldvorderingen geschiedt bij de bewindvoerders door de overlegging ener rekening of andere schriftelijke verklaring, aangevende de aard en het bedrag van de vordering, vergezeld van de bewijsstukken of een afschrift daarvan.
Vorderingen, ten aanzien waarvan de surséance niet werkt, komen voor indiening niet in aanmerking. Heeft nochtans indiening plaats gehad, dan werkt de surséance ook ten aanzien van die vorderingen en gaat het voorrecht, het pand of de hypotheek verloren. Een en ander geldt niet voor zover de vordering vóór de aanvang van de stemming wordt teruggenomen.
De schuldeisers zijn bevoegd van de bewindvoerders een ontvangbewijs te vorderen.