1. Het ouderlijk gezag omvat de plicht en het recht van de ouder zijn minderjarig kind te
verzorgen en op te voeden.
2. Onder verzorging en opvoeding worden mede verstaan de zorg en de verantwoordelijkheid
voor het geestelijk en lichamelijk welzijn en de veiligheid van het kind alsmede het
bevorderen van de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid. In de verzorging en opvoeding van
het kind passen de ouders geen geestelijk of lichamelijk geweld of enige andere
vernederende behandeling toe.
3. Het ouderlijk gezag omvat mede de verplichting van de ouder om de ontwikkeling van de
banden van zijn kind met de andere ouder te bevorderen.