Categories

    Recent Posts

    No Posts Found!

    Tags

      Artikel 241

      1. Indien het Bureau voor Familierechtelijke Zaken blijkt, dat een minderjarige niet onder
      het wettelijk vereiste gezag staat, of dat dit gezag niet over hem wordt uitgeoefend,
      verzoekt hij de kantonrechter in de gezags- uitoefening over de minderjarige te voorzien.
      2. Indien het ter voorkoming van de zedelijke of lichamelijke ondergang van zulk een
      minderjarige dringend en onverwijld noodzakelijk is, kan het openbaar ministerie hem
      voorlopig aan het Bureau voor Familierechtelijke Zaken toevertrouwen; deze laatste wendt
      zich in dit geval binnen zes weken tot de kantonrecher ten einde een voorziening in het
      gezag over deze minderjarige te verkrijgen.