In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. President: de President van de Republiek Suriname;
b. Ministers: de Minister belast met economische aangelegenheden en de Minister belast met financiële aangelegenheden;
c. accountant: degene die in het bezit is van een accountantsdiploma verstrekt door een erkende accountantsopleiding;
d. accountancy: alle werkzaamheden op het gebied van assurance, aan assurance
verwante opdrachten en overige werkzaamheden daaraan gerelateerd;
e. accountantskantoor: de organisatorische eenheid waarbij een accountant
werkzaam is of waaraan een accountant verbonden is en
waarbinnen één of meer accountants voor een cliënt bedrijfsmatig accountancy diensten verrichten;
f. accountantsregister: het register waarin accountants worden ingeschreven, als bedoeld
in artikel 29;
g. betrokkene: de accountant tegen wie een klacht is ingediend;
h. erkende
accountantsopleiding: een opleiding waarvan de eindtermen worden
vastgesteld en de naleving wordt getoetst door de landelijke
publiekrechtelijke beroepsorganisatie die aangesloten is bij de
mondiale overkoepelende beroepsorganisatie voor accountants;
i. klager: degene die jegens betrokkene een klacht heeft ingediend op grond van artikel 44;
j. Tuchtcollege voor
Accountants: het tuchtcollege als bedoeld in artikel 41;
k. IFAC: “International Federation of Accountants”, de mondiale internationale organisatie waarbij nationale accountantsberoeps-
organisaties zijn aangesloten;
1. ingezetene: degene als bedoeld in artikel 20 juncto artikel 1 sub g Wet op de
nationaliteit en het ingezetenschap (S.B. 1975 no 4, zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B. 2014, no. 121);
m. Instituut: het Suriname Chartered Accountants Institute, de
beroepsorganisatie voor accountants als bedoeld in artikel 2 lid 1.