1. Bij de overneming onderzoekt de waarnemer of alle minuten, registers en
repertoria, die ten kantore moeten zijn, aanwezig zijn.
2. Bij dat onderzoek moet de Procureur-generaal of een daartoe door hem aan te
wijzen ambtenaar desverlangd worden toegelaten.
3. De vervangen notaris of degene, die de minuten, registers en repertoria onder zich
heeft, wordt door de waarnemer ten minste drie dagen tevoren bij aangetekende
brief opgeroepen om bij dat onderzoek aanwezig te zijn.
4. Blijkt dat een of meer minuten, registers en repertoria niet voor handen zijn,
maakt de waarnemer daarvan een verklaring in triplo, die door alle tegenwoordig
zijnde personen wordt ondertekend.
5. Een van de exemplaren wordt aan de Procureur-generaal toegezonden, een ter
hand gesteld van de vervangen notaris of aan hem, die zijn archief tijdens de
overneming onder zich heeft en één wordt door de waarnemer behouden.
6. Deze verklaring vermeld, wat de minuten aangaat, het jaar waarin zij zijn
verleden en het volgnummer van het repertorium, en wat de registers aangaat, het
tijdvak waarover zij lopen.
7. Blijkt bij de overneming, dat geen stukken ontbreken, dan wordt daarvan gelijk
een verklaring in triplo opgemaakt en daarmede op dezelfde wijze gehandeld.