1. Indien het lichaam van een vermist persoon niet kan worden teruggevonden
doch, alle omstandigheden in aanmerking genomen, zijn overlijden als zeker kan worden
beschouwd, kan op verzoek van het openbaar ministerie of van iedere belanghebbende de
kantonrechter verklaren dat de vermiste is overleden:
a. indien de vermissing heeft plaatsgevonden in Suriname;
b. indien de vermissing heeft plaatsgevonden tijdens een reis met een in Suriname
thuisbehorend schip of luchtvaartuig;
c. indien de vermiste een in Suriname woonplaats hebbende of gehad hebbende Surinamer was;
d. indien de vermiste zijn woon- of verblijfplaats had in Suriname.
2. Indien een persoon in het buitenland is overleden en geen overlijdensakte is opgemaakt
of kan worden overgelegd, kan op verzoek van het openbaar ministerie of van iedere
belanghebbende de kantonrechter verklaren dat die persoon is overleden:
a. indien het overlijden heeft plaatsgevonden tijdens een reis met een in Suriname
thuisbehorend schip of luchtvaartuig;
b. indien de overledene een in Suriname woonplaats hebbende of gehad hebbende Surinamer
was;
c. indien de overledene zijn woon- of verblijfplaats had in Suriname.
3. Voor zover mogelijk bevat het verzoek, bedoeld in de leden 1 en 2, of bevatten de
daarmee vergezeld gaande bescheiden de in artikel 427 genoemde gegevens.