Hetgeen in de artikelen 418 tot en met 420 is bepaald omtrent erfgenamen die goederen uit
de nalatenschap ontvangen, is van overeenkomstige toepassing op de echtgenoot die goederen
ontvangt ten gevolge van de ontbinding van een huwelijksgemeenschap of de afrekening uit
hoofde van een verrekenbeding. Voor het uit deze hoofde ontvangene behoeft echter geen
zekerheid te worden gesteld.