1. De curatele werkt met ingang van de dag waarop zij is uitgesproken. In het geval,
bedoeld in artikel 378 lid 2 werkt de curatele met ingang van het tijdstip waarop de onder
curatele gestelde meerderjarig wordt.
2. Vanaf deze tijdstippen is de onder curatele gestelde onbekwaam rechtshandelingen te
verrichten, voor zover de wet niet anders bepaalt.
3. Een onder curatele gestelde is bekwaam rechtshandelingen te verrichten met toestemming
van zijn curator, voor zover deze bevoegd is die rechtshandelingen voor de onder curatele
gestelde te verrichten. De toestemming kan slechts worden verleend voor een bepaalde
rechtshandeling of voor een bepaald doel. De toestemming voor een bepaald doel moet
schriftelijk worden verleend.
4. Met betrekking tot aangelegenheden betreffende verzorging, verpleging, behandeling en
begeleiding van een onder curatele gestelde zijn de artikelen 453 en 454 van
overeenkomstige toepassing.
5. Hij is bekwaam over gelden die zijn curator voor levensonderhoud te zijner beschikking
heeft gesteld, overeenkomstig deze bestemming te beschikken.
6. In zaken van curatele is degene wiens curatele het betreft, bekwaam in rechte op te
treden en tegen een uitspraak beroep in te stellen.