Een rechtshandeling die de meerderjarig gewordene betreffende de voogdij of de
voogdijrekening richt tot of verricht met de voogd, is vernietigbaar, indien zij geschiedt
vóór het afleggen van de rekening en verantwoording; alleen van de zijde van de
meerderjarig gewordene kan een beroep op de vernietigingsgrond worden gedaan.