1. Bedoelde rekening en verantwoording wordt afgelegd ten overstaan van de kantonrechter
binnen wiens rechtsgebied de voogd wiens bewind eindigt, woonplaats heeft.
2. Over geschillen die bij de aflegging van de rekening en verantwoording mochten rijzen,
beslist de rechter.
3. Blijft een der partijen in gebreke tot deze aflegging van rekening en verantwoording
mede te werken, dan zijn de artikelen 771 en volgende van het Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvordering van toepassing.