Categories

    Recent Posts

    No Posts Found!

    Tags

      Artikel 338

      1. De voogd zorgt dat het vermogen van de minderjarige, zoals dit bij het begin van zijn
      voogdij is samen- gesteld, zo spoedig mogelijk wordt geïnventariseerd.
      2. Binnen acht weken na het begin van zijn voogdij doet de voogd ter griffie van het
      kantongerecht van de woonplaats van de minderjarige schriftelijk opgave van de bij dat
      begin aanwezige gerede gelden, effecten aan toonder en spaarbankboekjes.
      3. Binnen acht maanden na het begin van zijn voogdij levert de voogd een ter bevestiging
      van haar deugdelijkheid door hem ondertekende boedelbeschrijving in ter griffie van het
      kantongerecht van de woonplaats van de minderjarige.

      4. In de boedelbeschrijving is begrepen een opgave van de wijzigingen in de samenstelling
      van het vermogen tot het ogenblik dat zij wordt opgemaakt.