1. De voogd vertegenwoordigt de minderjarige in burgerrechtelijke handelingen.
2. De voogd moet het bewind over het vermogen van de minderjarige als een goed voogd
voeren. Bij slecht bewind is hij voor de daardoor veroorzaakte schade aansprakelijk.
3. Indien goederen die de minderjarige geschonken of vermaakt zijn, onder bewind zijn
gesteld, is de voogd bevoegd van de bewindvoerder rekening en verantwoording te vorderen.
Vervalt dit bewind, dan komen de goederen onder het bewind van de voogd.