Indien de kantonrechter de schuldenaar in staat van faillissement heeft verklaard, heeft deze recht van hoger beroep tegen de faillietverklaring gedurende acht dagen na de dag, waarop de termijn van artikel 259 ongebruikt verstreken is of het Hof van Justitie de verbetering van het proces-verbaal geweigerd heeft.
Het hoger beroep wordt ingesteld door indiening van een memorie ter griffie van het betrokken kantongerecht. De griffier handelt vervolgens overeenkomstig het bepaalde in artikel 210.