Elke schuldeiser, jegens wie de schuldenaar in gebreke blijft aan de inhoud daarvan te voldoen, is bevoegd om ontbinding van het gehomologeerde akkoord te vorderen. Op de schuldenaar rust het bewijs, dat aan het akkoord is voldaan. De rechter is, ook ambtshalve, bevoegd om de schuldenaar uitstel van ten hoogste één maand te verlenen, ten einde alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen.