Categories

    Recent Posts

    No Posts Found!

    Tags

      Artikel 155

      1. Voorzover niet bij verdrag anders is bepaald, kan de rechter, indien een getuige buiten Suriname woont, aan een door hem aan te wijzen autoriteit van het land waar de getuige zijn woonplaats heeft, verzoeken het verhoor, indien mogelijk onder ede, te houden, of dat verhoor opdragen aan de Surinaamse consulaire ambtenaar tot wiens ressort de woonplaats van die getuige behoort.
      2. Bij een verzoek of opdracht als in lid 1 bedoeld, zal de rechter voorts de buitenlandse autoriteit verzoeken, dan wel de Surinaamse consulaire ambtenaar opdragen om aan partijen tijdig bij aangetekende brief kennis te geven van dag, uur en plaats, waarop het verhoor zal worden gehouden, en tevens de dag vaststellen, waarop de zaak weer ter rolle zal worden afgeroepen.
      3. Het procesverbaal van dit getuigenverhoor heeft gelijke kracht als dat van een door de rechter in Suriname gehouden verhoor.