Wanneer de curator de betwisting heeft gedaan, wordt de loop van het rechtsgeding van rechtswege geschorst door het in kracht van gewijsde gaan van de homologatie van een akkoord in het faillissement, tenzij de stukken van het geding reeds tot het geven van een beslissing aan de rechter zijn overgelegd, in welk geval de vordering, indien zij wordt erkend, geacht wordt in het faillissement erkend te zijn, terwijl ten aanzien van de beslissing omtrent de kosten van het geding de schuldenaar in de plaats treedt van de curator.
De schuldenaar kan bij exploot verklaren, dat hij het rechtsgeding overneemt achtervolgens de laatste gedingstukken in plaats van de curator.
Zolang dit niet is geschied, heeft de wederpartij het recht de schuldenaar tot de overneming te dagvaarden.
Verschijnt de schuldenaar niet, dan is artikel 189 van het Surinaams Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van toepassing.
Wanneer de betwisting is gedaan door een medeschuldeiser, zijn partijen bevoegd om het geding, nadat de homologatie van een akkoord in het faillissement in kracht van gewijsde is gegaan, voort te zetten uitsluitend ten einde de rechter te doen beslissen over de proceskosten.