1. Zaken betreffende overtreding van de voorschriften, genoemd in artikel 47 van deze wet, welke, op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet bij een Kantonrechter of het Hof van Justitie aanhangig zijn, worden afgedaan volgens de op dat tijdslip geldende regelen.
2. De in artikel 47 lid 1 genoemde wettelijke voorschriften voorkomende strafbepalingen, welke afwijken van het bepaalde in artikel 48 blijven in dit geval buiten toepassing.
3. Indien de in artikel 47 lid 1 genoemde wettelijke voorschriften bepalingen bevatten, welke afwijken van het bepaalde bij of krachtens deze wet blijven deze bepalingen eveneens buiten toepassing.