1. Ieder ambtenaar, die in de uitoefening van zijn bediening een overtreding van
deze wet ontdekt, is verplicht daarvan terstond kennis te geven aan de Procureur-
generaa1.
2. De Procureur-generaal is ten alle tijde bevoegd de minuten van de akten voor een
notaris verleden – met uitzondering van de minuten van uiterste willen, dic nog
niet met de dood zijn bekrachtigd – en het repertorium te onderzoeken. Hij kan dat
onderzoek, in de buitendistricten, ook aan andere ambtenaren opdragen.