De notarissen mogen, met uitzondering vaneen aan hen in bewaring gegeven
olographische uiterste wil, geen minuut hoegenaamd uit hun handen geven, anders dan
in de gevallen bij de algemene wetten voorzien, en krachtens een vonnis of
bevelschrift van de rechter, met inachtneming van de bepalingen, bij het Surinaams
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en dat van Strafvordering voorgeschreven.