Categories

    Recent Posts

    No Posts Found!

    Tags

      Artikel 125

      1. Belanghebbenden kunnen, indien zij menen dat van enige onjuistheid of onvolledigheid blijkt, tot vier weken na de sluitingsdag van de ter inzageligging bij de aangewezen medewerker een bezwaar indienen. De aangewezen medewerker geeft hierop binnen vier weken te rekenen vanaf de indiening van het bezwaar een beslissing; de beslissing is met redenen omkleed.

      2. Ingeval van gehele of gedeeltelijke afwijzing van het bezwaar kan de bezwaarde binnen vier weken na de dag van de ontvangst van de beslissing van de aangewezen medewerker, tegen deze beslissing opkomen door een verzoekschrift te richten aan de in het volgende lid genoemde commissie.

      3. De commissie bestaat uit een voorzitter, tevens lid zijnde districts- commissaris van het district of diens eerste plaatsvervanger, waarin de gronden zijn gelegen, alsmede uit twee door de Minister aan te wijzen leden. De Minister wijst tevens plaatsvervangers aan.

      4. Voorschriften ten aanzien van de beëdiging van de commissieleden, alsmede de hun toekomende toelagen, zullen door de Minister worden vastgesteld.

      5. Zodra een verzoekschrift is ingediend, zendt de voorzitter van de commissie een afschrift daarvan aan de aangewezen medewerker.

      6. De commissie beslist niet dan na verhoor of behoorlijke oproeping van de verzoeker of andere belanghebbenden, alsmede van de aangewezen medewerker. De beslissing wordt zo spoedig mogelijk genomen, maar niet eerder dan na verloop van de termijn van vier weken, genoemd in lid 2 van dit artikel.

      7. De ter inzage liggende stukken als bedoeld in artikel 124 lid 1 worden zo nodig aangepast aan de beslissingen van de aangewezen medewerker en de commissie.