1. De kantonrechter kan bij gebleken noodzakelijkheid een langere termijn voor de
inlevering van een boedelbeschrijving of een verklaring als bedoeld in artikel 339
stellen.
2. Indien binnen de daarvoor gestelde termijn geen boedelbeschrijving, noch een verklaring
als bedoeld in artikel 339 is ingeleverd, doet de rechter binnen tien dagen na het einde
van die termijn de voogd ten verhore oproepen.