Iedere voogd kan zich van zijn bediening doen ontslaan, indien:
a. hij aantoont dat hij ten gevolge van een sedert de aanvang van zijn bediening opgekomen
geestelijk of lichamelijk gebrek niet meer in staat is deze waar te nemen;
b. hij de vijfenzestigjarige leeftijd heeft bereikt;
c. een daartoe bevoegd persoon zich schriftelijk heeft bereid verklaard de voogdij over te
nemen, en de kantonrechter deze overneming in het belang van de minderjarigen acht.