1. De rechter kan, mits op haar verzoek of na haar bereidverklaring, de voogdij opdragen
aan rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid, wier statuten of reglementen duurzame
verzorging van minderjarigen voorschr- ijven. Bij staatsbesluit kunnen voorwaarden worden
gesteld.
2. De rechter die de voogdij aan een rechtspersoon opdraagt, let hierbij op de
godsdienstige gezindheid en levensovertuiging van de minderjarige en van het gezin waartoe
deze behoort.
3. Elke voogdij van een rechtspersoon die door fusie ophoudt te bestaan, gaat over op de
verkrijgende rechtspersoon, mits deze een rechtspersoon is waaraan de rechter krachtens
lid 1 een voogdij kan opdragen.
4. Niettemin kan de rechter vervolgens op verzoek van bloed- en aanverwanten van de
minderjarige, van het Bureau voor Familierechtelijke Zaken, van belanghebbenden of
ambtshalve, de voogdij aan een ander opdragen.