1. Met het coördineren van de opsporing en de vervolging van alle bij of krachtens deze wet geconstateerde strafbare feiten kan een daartoe speciaal door de Procureur-Generaal bij het Hof van Justitie aangewezen vervolgingsambtenaar worden belast.
2. Van alle door een opsporingsambtenaar geconstateerde in of krachtens deze wet bedoelde milieuovertredingen zal onverwijld proces-verbaal worden opgemaakt.
3. De in lid 2 van dit artikel bedoelde processen-verbaal zullen, vergezeld van de daarbij behorende stukken en en voorwerpen van belang voor het onderzoek en met inachtneming van de daarbij vereiste zorgvuldigheid, onverwijld naar in lid 1 van dit artikel bedoelde vervolgingsambtenaar worden overgebracht of verzonden.