Categories

    Recent Posts

    No Posts Found!

    Tags

      Artikel 830

      1. De vereffenaar roept de schuldeisers van de openbare vennootschap op om hun vorderingen binnen twee maanden bij hem in te dienen. De oproeping geschiedt in het blad waarin van overheidswege de officiƫle berichten worden geplaatst en in een in Suriname verschijnend nieuwsblad. De hem bekende schuldeisers worden voorts per brief opgeroepen. Dit laatste geldt ook voor de hem bekende schuldeisers van een stille vennootschap.
      2. Voor zover het vermogen van de vennootschap niet toereikend is om de schulden van de vennootschap te voldoen, kan de vereffenaar van iedere gewezen vennoot vorderen in de liquidatiekas datgene te storten waartoe hij naar evenredigheid van zijn door hem te dragen aandeel in het verlies is gehouden. Voorts doet de vereffenaar in het in de eerste volzin bedoelde geval aangifte tot faillietverklaring, tenzij voldoende aannemelijk is dat het tekort zal worden voldaan door de gewezen vennoten of alle bekende schuldeisers desgevraagd instemmen met voortzetting van de vereffening buiten faillissement.
      3. Door de vereffenaar wordt hetgeen na voldoening der schuldeisers van de vennootschap is overgebleven van het vermogen van de ontbonden vennootschap, aan de gewezen vennoten door overdracht toegedeeld of uitgekeerd in verhouding tot ieders economische deelgerechtigdheid.
      4. Voor zover tot het overblijvende iets anders dan geld behoort en de overeenkomst van vennootschap of een rechterlijke uitspraak geen nadere aanwijzing behelst, komen als wijzen van verdeling in aanmerking:
      a. toedeling van een gedeelte van het overschot aan ieder der gerechtigden;
      b. overbedeling aan een of meer gerechtigden tegen vergoeding van de overwaarde;
      c. verdeling van de netto-opbrengst na verkoop.
      5. Bij de bepaling van ieders economische deelgerechtigdheid gelden, tenzij bij de overeenkomst van vennootschap anders is voorzien, de leden 8 tot en met 10. Op de deelgerechtigdheid van een gewezen vennoot wordt toegerekend hetgeen hij moet bijdragen aan de voor rekening van de vennootschap komende schulden.
      6. De vereffenaar stelt ten behoeve van de gewezen vennoten een rekening en verantwoording op waaruit het overschot of tekort na voldoening van de schuldeisers van de vennootschap blijkt, en voorts op basis hiervan een plan dat de grondslagen bevat van de toedelingen of uitkeringen, en in geval van een tekort van de bijdragen van de gewezen vennoten in het tekort.
      7. Voor zover de gewezen vennoten niet instemmen met de in het plan voorziene toedelingen, uitkeringen of bijdragen in het tekort, gelast de kantonrechter binnen wiens rechtsgebied een van de vereffenaars woonplaats heeft, op verzoek van de vereffenaar of een gewezen vennoot op welke wijze, aan wie, door wie en in welke omvang deze dienen te geschieden. Hij kan ook een voorlopige toedeling of uitkering bevelen wanneer het saldo van het vermogen na voldoening van de schuldeisers der vennootschap daartoe aanleiding geeft.
      8. De vennoten ontvangen zoveel mogelijk de waarde van hun inbreng in geld of goederen ten tijde van die inbreng. Zijn zij op de balans van de vennootschap gecrediteerd, dan geldt het gecrediteerde bedrag als waarde van de inbreng.
      9. Tot het restant zijn de vennoten naar evenredigheid van hun winstaandeel gerechtigd.
      10. Is hetgeen van het vermogen der vennootschap na voldoening der schuldeisers is overgebleven, minder dan de waarde van de inbreng van geld of goederen, dan wordt dit tekort door de vennoten gedragen naar evenredigheid van ieders aandeel in het verlies.