Categories

    Recent Posts

    No Posts Found!

    Tags

      Artikel 633h

      1. De werkgever en vakvereniging of bij gebreke daarvan de werknemer die zwanger is of borstvoeding geeft, maken ten aanzien van de uitvoering van de werkzaamheden, indien nodig na advies van de huisarts, verloskundige of specialist, afspraken over:
      a. nachtarbeid;
      b. staand en lopend werk;
      c. het recht de arbeid af te wisselen met één of meer rustperiodes buiten de rustperiodes bedoeld in artikel 8 en 9 van de Arbeidswet (S.B. 1963 No. 163, zoals laatstelijk gewijzigd bij S.B. 2001 No. 71).
      2. De werkgever mag de werknemer geen nachtarbeid doen verrichten, gedurende de zwangerschap en gedurende ten minste 4 (vier) weken onmiddellijk volgend op het bevallingsverlof indien de werknemer daartoe een geneeskundige verklaring van de behandelende arts overlegt.
      3. Indien de zwangere werknemer een geneeskundige verklaring van de behandelende arts overlegt waaruit blijkt dat zij in het geheel geen staand werk mag verrichten, mag de werkgever haar daartoe niet verplichten.
      4. De arbeid van een zwangere werknemer wordt zodanig georganiseerd, dat rekening wordt gehouden met haar specifieke omstandigheden.
      5. De werkgever stelt de zwangere werknemer in de gelegenheid de noodzakelijke zwangerschapsonderzoeken te ondergaan indien deze alleen tijdens de werktijd kunnen worden verricht. Zij behoudt haar aanspraak op het naar tijdruimte vastgesteld loon, indien zij door het bedoelde zwangerschapsonderzoek verhinderd is geweest haar arbeid te verrichten.
      6. Het is de werknemer verboden gedurende het zwangerschapsverlof, het bevallingsverlof of het vaderschapsverlof tegen betaling, in wèlke vorm dan ook, arbeid te verrichten.
      7. Elk beding waarbij ten nadele van de zwangere werknemer in dit artikel wordt afgeweken van het eerste tot en met vijfde lid, is nietig.