1. In deze afdeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. Minister: de minister belast met de zorg inzake arbeidsaangelegenheden;
b. bevallingsverlof: de vrijstelling van dienst na de bevalling zoals geregeld in artikel 633c lid 2;
c. onderscheid: direct en indirect onderscheid alsmede de opdracht tot het maken van onderscheid;
d. direct onderscheid: onderscheid tussen mannen en vrouwen. Onder direct onderscheid wordt mede verstaan onderscheid op grond van zwangerschap, bevalling en moederschap;
e. indirect onderscheid: onderscheid op grond van andere hoedanigheden dan het geslacht;
f. loon: de naar tijdsruimte vastgestelde vergoeding die de werkgever aan de werknemer verschuldigd is voor de bedongen arbeid;
g. vader: de mannelijke werknemer van wie de echtgenote of bij de werkgever geregistreerde partner, zwanger of bevallen is van een kind;
h. vakvereniging: vereniging van werknemers als bedoeld in de Wet Vrijheid van Vakvereniging (S.B. 2016 no. 151);
i. werkgever: de werkgever in de zin van artikel 610 lid 1;
j. werknemer: de werknemer in de zin van artikel 610 lid 1;
k. zwangerschapsverlof: verlof voor de bevalling zoals geregeld in artikel 633c lid 1.
l. partner:
1˚. de echtgeno(o)t(e) van de werknemer;
2˚. degene, die met de werknemer een duurzame gemeenschappelijke huishouding onderhoudt.
m. duurzame gemeenschappelijke huishouding: een huishouding niet voortvloeiende uit een huwelijk van een werknemer en een partner met het hoofd- en werkelijk verblijf in dezelfde woning hetgeen blijkt uit een uittreksel van het Centraal Bureau voor Burgerzaken en welke gedurende een periode van minimaal 18 (achttien) maanden is geregistreerd bij de werkgever ten tijde van de melding zoals genoemd in artikel 633f.
n. Fonds: het Fonds Voorzieningen Ouderschapsverlof, als bedoeld in artikel 10 van de Wet Arbeidsbescherming Gezin (S.B. 2019 no. 64);
o. vaderschapsverlof: de vrijstelling van dienst zoals geregeld in artikel 633d;
p. adoptie: de wettelijke aanname van een persoon als kind ingevolge de Surinaamse wetgeving.
2. Deze afdeling is niet van toepassing op de arbeidsverhouding van Landsdienaren als bedoeld in artikel 1 van de Personeelswet (S.B. 1962 no. 95 zoals laatstelijk gewijzigd bij SB 1987 no. 93), behoudens het bepaalde in artikel 19 lid 3 van de Wet Arbeidsbescherming Gezin (S.B. 2019 no. 64).