1. Het Tuchtcollege is bevoegd de notaris, tegen wie een ernstig vermoeden is
gerezen, dat hij een van de in artikel 60 bedoelde handelingen of verzuimen heeft
gepleegd, voor een termijn van ten hoogste zes maanden ongevraagd verlof te
verlenen, welke termijn eenmaal voor ten hoogste zes maanden kan worden
verlengd. Zo mogelijk wordt de notaris tevoren gehoord. Het Tuchtcollege kan
steeds de termijn verkorten.
2. 1n dringende gevallen is de voorzitter van het Tuchtcollege bevoegd dat verlof te
geven voor ten hoogste 14 (veertien) dagen.
3. Binnen een week na datum van een besluit als bedoeld in de leden I en 2 zendt
het Tuchtcollege een afschrift daarvan naar de SNB.
4. De notaris is gedurende de tijd van het aan hem verleend ongevraagd verlof niet
bevoegd zijn ambtsbediening uit te oefenen.
5. De Procureur-generaal wijst, hetzij een notaris, hetzij een kandidaat-notaris als
waarnemer aan. Door de Procureur-generaal wordt tevens een afschrift van de
aanwijzingsbeschikking verzonden naar de SNB.
6. De Procureur-generaal treft tevens, indien nodig, een regeling, te gelden tussen de
vervangen notaris en de waarnemer, omtrent het honorarium. Hij kan de door hem
getroffen regeling naar omstandigheden wijzigen.