Categories

    Recent Posts

    No Posts Found!

    Tags

      Artikel 616

      1. In geval van geschil over een krachtens vonnis of beschikking te stellen zekerheid wordt daarover op vordering van de meest gerede partij in kort geding beslist door de kantonrechter door wie de zaak in eerste aanleg is behandeld, of, in geval van een arbitraal vonnis, van de kantonrechter ter griffie van wiens gerecht dat vonnis is neergelegd.
      2. Gaat het om een uitspraak van het Hof van Justitie in eerste aanleg, dan wordt de vordering ingesteld voor de kantonrechter die naar de gewone regels in eerste aanleg bevoegd zou zijn.
      3. Zowel de rechter die het vonnis of de beschikking, bedoeld in de leden 1 en 2, wijst, als de rechter die over het geschil omtrent de te stellen zekerheid oordeelt, kan een termijn bepalen waarbinnen:
      a. de zekerheid moet worden aangeboden of gesteld, op straffe van verval van de bevoegdheid met het oog op de uitoefening waarvan de zekerheidstelling is bevolen;
      b. een aangeboden zekerheid door de wederpartij moet worden aanvaard of geweigerd, op straffe van verval van haar bevoegdheid zekerheidstelling te eisen.
      4. De rechter die de termijn heeft bepaald, kan deze op verzoek van de meest gerede partij, in te dienen vóórdat de termijn is verstreken, verlengen. Tegen een verlenging staat geen hogere voorziening open.