Op verzoek van de executant kan de President van het Hof van Justitie ook na het verstrijken van de krachtens artikel 584f lid 2 onder c gestelde termijn, nader plaats, dag en uur van de verkoop en de toewijzing vaststellen, alsmede een nadere dag vóór welke de in artikel 584f bedoelde vorderingen bij de rechtercommissaris moeten zijn kenbaar gemaakt. De President neemt bij deze nadere vaststelling, die slechts éénmaal kan worden verricht, de termijnen, vermeld in artikel 584f, in acht en stelt overigens díe voorwaarden, die hem dienstig voorkomen. De executant vervult de formaliteiten, vermeld in artikel 584f leden 3 en 4 en in artikel 584g.