1. Het procesverbaal van inbeslagneming van schepen die teboekstaan in de openbare registers, bedoeld in titel 1, afdeling 2, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde register, wordt ingeschreven in die registers.
2. Een vervreemding, bezwaring, onderbewindstelling, verhuring of vervrachting, totstandgekomen na de inschrijving van het procesverbaal, kan niet tegen de beslaglegger worden ingeroepen.
3. De in artikel 565 lid 3 bedoelde betekening dient tevens binnen acht dagen na de inschrijving te geschieden.
4. Artikel 513a is van overeenkomstige toepassing.