1. De executie tot afgifte van een roerende zaak die geen registergoed is, vangt aan met een bevel als bedoeld in artikel 439, welk artikel van overeenkomstige toepassing is, behoudens dat de in lid 1 van dat artikel bedoelde termijn niet behoeft te worden in acht genomen ter zake van de executie van vonnissen en beschikkingen die uitvoerbaar bij voorraad zijn verklaard.
2. De executie geschiedt doordat de deurwaarder de zaak onder zich neemt en afgeeft aan degene die haar krachtens de executoriale titel moet ontvangen. Hij maakt van een en ander onverwijld procesverbaal op.
3. De artikelen 440 en 443 tot en met 444b zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat voor de toepassing van artikel 444b de waarde van de zaak in de plaats treedt van het bedrag van de vordering waarvoor beslag is gelegd.