1. De tegenspraak wordt gericht tot de rechtercommissaris en op diens procesverbaal aangetekend.
2. Heeft een schuldeiser als bedoeld in artikel 482 lid 2 de daar bedoelde termijn niet in acht genomen of niet op de in artikel 484 bedoelde dag tegenspraak gedaan, dan kan hij slechts in zijn tegenspraak worden ontvangen, indien hij daarbij een redelijk belang heeft en hij de daardoor veroorzaakte kosten en schade voor zijn rekening neemt en deze tot een door de rechtercommissaris voorlopig te begroten bedrag onverwijld stort bij de bewaarder van de opbrengst.