1. Indien er geen andere schuldeiser is die op de goederen of de opbrengst van de executie beslag heeft gelegd, en evenmin een beperkt gerechtigde bekend is wiens recht door de executie is vervallen, keert de deurwaarder de nettoopbrengst aan de executant tot het beloop van diens vordering uit. Een eventueel overschot wordt aan de geëxecuteerde afgedragen.
2. Indien er wel schuldeisers of beperkt gerechtigden als bedoeld in lid 1, zijn, stort de deurwaarder de nettoopbrengst onverwijld bij een bewaarder als bedoeld in artikel 445. Indien de voormelde schuldeisers en beperkt gerechtigden, alsmede de geëxecuteerde en de executant, tot overeenstemming omtrent de verdeling van de nettoopbrengst komen, keert de deurwaarder, of in zijn opdracht de bewaarder, aan ieder het hem toekomende uit.