1. De verklaring wordt op een bij staatsbesluit vast te stellen wijze gericht tot de deurwaarder die het beslag heeft gelegd, of tot de advocaat die voor de beslaglegger optreedt, zo deze in het exploot is vermeld.
2. De verklaring gaat zo veel mogelijk vergezeld van afschrift van tot staving dienende bescheiden.
3. De deurwaarder of advocaat die een verklaring heeft ontvangen, zendt binnen drie dagen afschrift daarvan aan de geëxecuteerde.