1. De deurwaarder heeft ter inbeslagneming toegang tot elke plaats, voorzover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is.
2. Indien de deuren gesloten zijn, of de opening daarvan geweigerd wordt, gelijk mede indien geweigerd wordt enige kamer of stuk huisraad te openen, alsmede wanneer bij niettegenwoordigheid van de geëxecuteerde er niemand gevonden wordt om hem te vertegenwoordigen, zal de deurwaarder zich vervoegen bij een politieambtenaar die tevens hulpofficier van justitie is, in wiens tegenwoordigheid de opening van de deuren en van het huisraad zal worden gedaan voorzover dat redelijkerwijs nodig is. Van de tegenwoordigheid van deze ambtenaar en van hetgeen in zijn bijzijn, uit kracht van dit artikel en de artikelen 444a tot en met 445, is verricht, wordt melding gemaakt in het procesverbaal van beslag.