1. De artikelen 338 tot en met 341 zijn van overeenkomstige toepassing wanneer
de minderjarige gedurende de voogdij door schenking, erfopvolging of making vermogen
krijgt.
2. De ontvanger der belastingen aan wie ambtshalve bekend is dat de minderjarige vermogen
heeft verkregen, is verplicht de kantonrechter van diens woonplaats hiervan te
verwittigen.