Categories

    Recent Posts

    No Posts Found!

    Tags

      Artikel 264

      1. De beroepstermijn is zes weken, gerekend van de dag van de uitspraak.
      2. Indien de eiser in beroep of zijn gemachtigde bij die uitspraak niet tegenwoordig is geweest, wordt de beroepstermijn gerekend van de dag waarop het eindvonnis hem volgens de wet is medegedeeld. Eiser is evenwel bevoegd eerder in hoger beroep te komen indien hij op andere wijze van de uitspraak kennis heeft gekregen.
      3. Buiten de in de leden 1 en 2 bedoelde gevallen, vangt de termijn aan na de aanzegging van het vonnis of van enige uit kracht daarvan opgemaakte of ter uitvoering daarvan strekkende akte aan de veroordeelde in persoon of na het plegen door deze van enige daad waaruit noodzakelijk voortvloeit dat het vonnis of de aangevangen tenuitvoerlegging hem bekend is.
      4. Indien in eerste aanleg een vordering tot vrijwaring geheel of gedeeltelijk is afgewezen op grond van de afwijzing van de vordering in de hoofdzaak, staat het hoger beroep daartegen open tot het moment dat in de hoofdzaak in hoger beroep de memorie van antwoord kan worden ingediend.