1. Indien na het overlijden van een der ouders een voogd is benoemd, kan de kantonrechter
deze beslissing te allen tijde in dier voege wijzigen, dat de overlevende ouder mits deze
daartoe bevoegd is, alsnog met het gezag wordt belast.
2. Hij gaat hiertoe slechts over op verzoek van de overlevende ouder, en niet dan op grond
dat nadien de omstandigheden zijn gewijzigd, of dat bij het nemen van de beslissing van
onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan.
3. Wanneer de andere ouder een voogd had aangewezen overeenkomstig artikel 292 en deze
inmiddels is opgetreden, is dit artikel van overeenkomstige toepassing met dien verstande
dat, mits het verzoek van de overlevende ouder binnen één jaar na het begin van de voogdij
wordt gedaan, dit verzoek slechts wordt afgewezen indien gegronde vrees bestaat dat bij
inwilliging de belangen van de kinderen zouden worden verwaarloosd.