Categories

    Recent Posts

    No Posts Found!

    Tags

      Artikel 230

      Voldoening nadat de surséance voorlopig is verleend doch vóór de bekendmaking daarvan, aan de schuldenaar gedaan, ter vervulling van verbintenissen jegens deze vóórdien ontstaan, bevrijdt hem, die haar deed, tegenover de boedel, zolang zijn bekendheid met de voorlopige verlening van de surséance niet bewezen wordt.
      Voldoening, als in het vorige lid bedoeld, na de bekendmaking aan de schuldenaar gedaan, bevrijdt tegenover de boedel alleen dan, wanneer hij, die haar deed, bewijst, dat de voorlopige verlening van de surséance te zijner woonplaats langs de weg van de wettelijke aankondiging nog niet bekend kon zijn, behoudens het recht van bewindvoerders om aan te tonen, dat zij hem toch bekend was.
      In elk geval bevrijdt voldoening aan de schuldenaar hem, die haar deed, tegenover de boedel, voor zoverre hetgeen door hem voldaan werd ten bate van de boedel is gekomen.