1. Indien de deskundigen een onderzoek moeten verrichten, bepaalt de rechter bij hun benoeming of op een later tijdstip, waar en wanneer zij daartoe zullen overgaan.
2. Bij de in lid 1 bedoelde beslissing bepaalt de rechter tevens de termijn waarbinnen de deskundigen hun schriftelijk bericht ter griffie moeten inleveren, of de terechtzitting waarop zij mondeling verslag moeten uitbrengen. In het eerste geval wordt mede de dag bepaald waarop de zaak weer op de rol zal komen. In het tweede geval wordt deze dag bepaald op de terechtzitting waarop het verslag is uitgebracht.
3. Indien op die dag het bericht van deskundigen nog niet mocht zijn ingekomen, kan de rechter op verzoek van partijen of van één van hen een nadere roldatum bepalen. Eveneens kan een nadere terechtzitting worden bepaald, indien op de daarvoor vastgestelde terechtzitting het mondeling verslag niet wordt uitgebracht.