Categories

    Recent Posts

    No Posts Found!

    Tags

      Artikel 165

      1. Op verzoek van een echtgenoot kan de rechter bij de echtscheidingsbeschikking
      of bij latere uitspraak bepalen dat, als die echtgenoot ten tijde van de inschrijving van
      de beschikking een woning bewoont die aan de andere echtgenoot uitsluitend of mede
      toebehoort of ten gebruike toekomt, hij jegens de andere echtgenoot bevoegd is de bewoning
      en het gebruik van de bij de woning en tot de inboedel daarvan behorende zaken gedurende
      negen maanden na de inschrijving van de beschikking tegen een redelijke vergoeding voort
      te zetten.
      2. Tegen hem kan een in dat tijdvak zonder zijn toestemming door de andere echtgenoot
      verrichte rechtshandeling niet worden tegengeworpen ten nadele van zijn in lid 1
      omschreven bevoegdheid.
      3. Weigert hij zijn toestemming of is hij niet in staat zijn wil te verklaren, dan kan de
      rechter die in eerste aanleg over het verzoek tot echtscheiding heeft beslist, op verzoek
      van de andere gewezen echtgenoot bepalen dat lid 2 buiten toepassing blijft.