Als inbreuk op het auteursrecht op een werk van letterkunde, wetenschap of kunst wordt niet beschouwd:
a. het geheel of gedeeltelijk, in de oorspronkelijke taal of vertaald, overnemen van reeds eerder uitgegeven werken in bloemlezingen en andere werken kennelijk bestemd voor het onderwijs of een ander wetenschappelijk doel, mits:
1º. van dezelfde maker niet meer worden overgenomen dan enkele korte gedeelten van zijn werken of enkele korte opstellen of gedichten, en waar het geldt werken als bedoeld bij artikel 10, eerste lid onder 6º, niet meer dan enkele van die werken en in zodanige verveelvoudiging, dat deze door haar grootte of door de werkwijze, volgens welke zij vervaardigd is, een duidelijk verschil vertoont met het oorspronkelijke, met dien verstande, dat wanneer van deze werken twee of meer verenigd openbaar zijn gemaakt, die verveelvoudiging slechts ten aanzien van één daarvan geoorloofd is;
2º. de bepalingen van artikel 25 worden in acht genomen;
3º. bij het overgenomene het werk hetwelk of waaruit is overgenomen genoemd wordt, en de maker, voor zover deze op of in het werk is aangeduid, wordt vermeld;
4º. aan de maker of zijn rechtverkrijgenden een billijke vergoeding wordt betaald.
b. het aanhalen van stukken uit reeds eerder openbaar gemaakte geschriften, in de oorspronkelijke taal of vertaald, of muziekwerken en het opnemen van verveelvoudigingen van reeds eerder openbaar gemaakte werken van beeldende kunst in het verband van de tekst van een aankondiging of beoordeling, of van een polemiek of wetenschappelijke verhandeling mits:
1º. aantal en omvang der aldus aangehaalde stukken of opgenomen verveelvoudigingen
blijven binnen de grenzen van hetgeen naar de regels van het maatschappelijk verkeer redelijkerwijs geoorloofd is;
2º. de bepalingen van artikel 25 worden in acht genomen; en
3º. de maker, voor zover deze op of in het werk is aangeduid, wordt vermeld.
De President is bevoegd bij staatsbesluit nader te bepalen, wat in lid 1, sub a, onder 1º, is te verstaan onder “enkele korte gedeelten van zijn werken of enkele korte opstellen of gedichten”, alsmede regelen te stellen omtrent een overeenkomstig lid 1, sub a, onder 4°, te betalen billijke vergoeding.
Van een in het openbaar gehouden mondelinge voordracht, welke niet reeds in druk is verschenen, kan de zakelijke inhoud als verslag in een nieuwsblad of tijdschrift worden medegedeeld, mits daarbij vermeld wordt degene, die de voordracht gehouden heeft.