1. De namen en woonplaatsen van de getuigen worden ten minste drie dagen voor het verhoor aan de wederpartij en aan de griffier opgegeven. De belanghebbende partij roept de getuigen ten minste drie dagen voor het verhoor op. Indien een partij meer getuigen heeft voorgebracht dan redelijkerwijs noodzakelijk was, kan de rechter met deze omstandigheden bij de veroordeling in de kosten rekening houden.
2. De oproeping maakt melding van plaats, dag en uur van het verhoor, van de feiten waaromtrent bewijs moet worden geleverd, en van de gevolgen, verbonden aan het niet verschijnen ter terechtzitting.