1. Tot nadere beschikking van de Minister, dient in de artikelen 118 tot en met 127voor bestuur gelezen te worden degene die de Minister bij beschikking met de opbouw van het percelenbestand heeft belast. Voor de aangewezen medewerker en zijn plaatsvervanger dient gelezen te worden degenen die hiertoe door degene als bedoeld in de vorige volzin zijn aangewezen dan wel waaraan hiertoe opdracht is verleend.
2. Nadat voor het gebied waarin de betreffende onroerende zaak gelegen is de opbouw van het percelenbestand met inachtneming van artikel 126 lid 1 is afgerond, dienen alle notariƫle aktes en andere stukken die ter overschrijving, inschrijving of plaatsing van aantekeningen worden aangeboden de perceelsidentificatie te bevatten.