1. De teboekstelling wordt slechts doorgehaald:
a. op verzoek van degene die in de openbare registers als eigenaar staat vermeld;
b. op aangifte van de eigenaar of ambtshalve:
1°. als het luchtvaartuig heeft opgehouden als zodanig te bestaan;
2°. als van het luchtvaartuig gedurende twee maanden na het laatste vertrek geen tijding is ontvangen, zonder dat dit aan een algemene storing in de berichtgeving kan worden geweten;
3°. als het luchtvaartuig niet of niet meer de hoedanigheid van een Surinaams luchtvaartuig heeft; 4°. als het luchtvaartuig, na een executie in een Verdragsstaat in het buitenland, die plaatsvond
overeenkomstig het Verdrag van Genève, in een verdragsregister teboekstaat.
2. In de in lid 1 onder b genoemde gevallen is de eigenaar van het luchtvaartuig tot het doen van aangifte verplicht binnen drie maanden nadat de reden tot doorhaling zich heeft voorgedaan.
3. Wanneer ten aanzien van het luchtvaartuig inschrijvingen of voorlopige aantekeningen ten gunste van derden bestaan, geschiedt, behalve in het geval, genoemd in lid 1 onder b ten 4°, doorhaling slechts wanneer geen van deze derden zich daartegen verzet.
4. Doorhaling geschiedt slechts na op verzoek van de meest gerede partij verleende machtiging van de kantonrechter.