1. De statuten kunnen met betrekking tot alle aandelen of alle aandelen van een bepaalde soort:
a. bepalen dat verplichtingen van verbintenisrechtelijke aard, jegens de vennootschap of derden of tussen aandeelhouders, aan het aandeelhouderschap zijn verbonden;
b. eisen verbinden aan het aandeelhouderschap;
c. een bepaling bevatten als bedoeld in artikel 257.
2. Bevatten de statuten een verplichting van verbintenisrechtelijke aard jegens derden, dan komt het in artikel 109 lid 4 bedoelde inzagerecht toe aan iedere belanghebbende. Iedere belanghebbende kan voorts verlangen dat aan hem wordt afgegeven een door het bestuur van de vennootschap gewaarmerkt uittreksel uit het register waarop de voor hem van belang zijnde gegevens staan vermeld. Artikel 102 leden 6 tot en met 8 zijn van overeenkomstige toepassing.
3. Een besluit tot wijziging van de statuten, waardoor een bepaling als bedoeld in lid 1 wordt ingevoerd, kan slechts tot stand komen met de uitdrukkelijke instemming van alle aandeelhouders en alle stemgerechtigden. Een besluit tot wijziging van de statuten, waardoor een verplichting als bedoeld in lid 1 onder a of c wordt gewijzigd, kan slechts tot stand komen met de uitdrukkelijke instemming van degenen op wie die verplichting rust of komt te rusten.