Indien in de overeenkomst tot arbitrage aan een der partijen een bevoorrechte positie bij de benoeming van de arbiter of arbiters is toegekend, kan de wederpartij, in afwijking van de in deze overeenkomst neergelegde benoemingsregeling, binnen een maand nadat de zaak aanhangig is, de kantonrechter verzoeken de arbiter of arbiters te benoemen. De wederpartij van de verzoeker wordt in de gelegenheid gesteld te worden gehoord. Artikel 1027 lid 4 is van overeenkomstige toepassing.