1. De tenuitvoerlegging van een veroordeling tot schadevergoeding op te maken bij staat, vangt aan met de betekening aan de wederpartij van een staat waarin het beloop van de schade waarvan de vereffening wordt gevorderd, gespecificeerd wordt opgegeven.
2. Binnen veertien dagen na de betekening is de verweerder gehouden een aanbod van zodanige som tot vergoeding van de schade te doen, als hij zal te rade worden.
3. Indien partijen zich niet kunnen verstaan, is de meest gerede partij bevoegd om de rechter te verzoeken het bedrag vast te stellen. De bepalingen inzake oproeping zijn van overeenkomstige toepassing. Bevoegd is de rechter die in eerste instantie over de hoofdzaak heeft geoordeeld.