1. Na overlijden van de veroordeelde wordt een dwangsom die op een bepaald bedrag per tijdseenheid is vastgesteld, niet verder verbeurd, maar de vóór het overlijden verbeurde dwangsommen blijven verschuldigd. De dwangsom wordt door erfgenamen van de veroordeelde pas opnieuw verbeurd, nadat de rechter aldus heeft beslist. De rechter kan het bedrag en de voorwaarden ervan wijzigen.
2. Andere dwangsommen kunnen, op vordering van de erfgenamen, door de rechter worden opgeheven of verminderd, hetzij blijvend, hetzij tijdelijk, en, in voorkomend geval, met ingang van de dag waarop de veroordeelde is overleden.